Toen ik nog met Hiltsje in Tanzania was en we in een mooie lodge even buiten de stad sliepen had ik met de eigenaresse zitten praten en die had gevraagd of ik haar kok geen baklessen wilde geven. In ruil voor een kookles wilden we dat best doen.
Het was geen groot succes geweest. Het deeg wat ik gemaakt had wilde amper rijzen. Ik gaf de schuld aan de gist die over de houdbaarheids datum was. Als je normaal maar lang genoeg wacht, dan gaat het uiteindelijk wel rijzen.
De kok was echter vol bewondering voor mijn kunsten en ondanks dat we er geen fatsoenlijk brood van gebakken hadden, had ik haar wel wat bakkersbasics mee gegeven. Ik leerde haar hoe je moest kneden en hoe lang – tot je gaat zweten – en wat verder belangrijk was bij brood – geduld.
Zij leerde ons chapati maken. Een soort pannekoek maar dan anders dat ze hier op elke hoek van de straat maken.
Inclusief Kampala heb ik nu in negen bakkerijen gewerkt. Sommige mensen roepen, is dat nu wel zo goed voor je LinkedIn profiel?
Ik kan best zeggen dat ik inmiddels hier en daar wat gezien en meegemaakt heb. Maar natuurlijk is Afrika weer anders dan ik me ooit kon voorstellen.
Er staat hier een moderne bakkerij. Er is hier een bootje langs gevaren die de mooiste machines heeft afgeleverd waarmee je heel goed een kwaliteits product kunt maken. Zelfs een deel van de grondstoffen wordt ingescheept. Over hoe groen dit is voeren we een andere keer wel weer een discussie. Op de lange termijn wordt er natuurlijk gezocht voor een lokale leverancier. Maar vooralsnog zijn we al blij dat er water uit de kraan komt om het deeg van te maken.
Theo en Jack hebben ontzettend hun best gedaan de afgelopen maanden om de bakkerij aan het draaien te krijgen. Ik kom eigenlijk een beetje nadat het moeilijkste werk al gedaan is binnen. Toch is ook voor mij elke dag weer een uitdaging.
Een dag of een nacht in de bakkerij hangt aan elkaar van mooie, frustrerende en ongelooflijke momenten.
De accountant die al enkele weken bezig is met het in kaart brengen van onze verkoopcijfers had bedacht dat het magazijn op slot moest als de storemanager – zoals die heet, dat dan weer wel – niet aanwezig is. Er verdwijnt zo terloops toch een hoop waar.
Je moet je natuurlijk wel even in het perspectief van de mensen hier kunnen plaatsen. De meesten verdienen een paar duizend shilling per dag. Omgerekend enkele euro’s. De suikerprijs is de afgelopen maand enorm gestegen en voor veel mensen onbetaalbaar geworden. En ze zijn allemaal verslaafd aan suiker, nu liggen er bij ons in het magazijn balen van 50 kilo. Wie maalt erom?
De accountant dus. Die verantwoordelijk wordt gehouden. Nu, de storemanager is een aardige jongen die alles wat je meeneemt opschrijft. \Hij zit altijd op een paar dozen margarine naar een prediker op de radio te luisteren. Ik hoorde het geschreeuw eens aan en vroeg, wat is er mis met die man, is hij boos? Maar hij was aan het bidden. Okay.
Maar als Emanuel (ook wel Eddy omdat hij sprekend op Eddy Murphy lijkt) niet in z’n hok zit heeft hij genoeg andere dingen te doen. Hij rijdt op en neer tussen de twee locaties op z'n brommertje, gaat ’s ochtends naar de markt om ananassen en watermeloenen te kopen en god weet wat hij nog meer allemaal doet.
Ik moest die dag invallen want er was een zieke. Iemand had caught the red-eyes. Iets besmettelijks waar je kriebel van in je ogen krijgt. Geneeskunde studenten die we afgelopen weekend tijdens het raften op de Nijl tegenkwamen hadden er nog nooit van gehoord. Hiltsje dan weer wel. Hoe dan ook, hij moest drie dagen thuis blijven van de dokter.
Het brood was bijna op. En dat is niet zo erg, maar het duurt een paar uur voor zoiets is bijgemaakt en omdat men hier met de dag leeft, of eigenlijk met het uur, wordt het pas op het laatste moment doorgegeven. Theo en Jack zijn er al maanden mee bezig om het winkelpersoneel tijdig te laten signaleren als iets op dreigt te raken, maar het interesseert ze weinig. Ze verkopen net zo lief nee aan de klanten.
Ik wilde dus brood gaan maken. Allereerst was het magazijn op slot en de manager ervan pleite. Toen hij na een uur terug kwam zout had kon ik alles afwegen. Ik tapte water, drukte op de knop van de kneedmachine en toen ging het licht uit.
De stroom eraf. Mensen kijken er niet eens van op en gaan rustig door met wat ze aan het doen waren. Dat is meestal niet veel dus dat scheelt.
Vaak duurt het ook niet zo lang. Op de gang staat een enorme generator die 24 uur per dag bewaakt wordt door een gozer die ervoor ligt te slapen. Het is dus een kwestie van de generator aanzetten. Hoewel, zo'n kwestie kan hier gerust een half uurtje duren.
De lichten gingen weer aan, maar omdat de ovens en de kneders nogal grote verbruikers zijn willen ze die groep nog wel eens vergeten. Mooi de tijd om even een colaatje te gaan drinken.
Op het terras komen er dan soms mensen naar mij toe. Laatst kwam er een jongen die om een contributie voor zijn vervoer naar huis vroeg. Hij was een student en had geen geld. Studenten hebben een zwaar leven. Jaja, en ’s avonds staan ze in de Capital Pub te zuipen en Westerse meisjes te versieren.
De andere dag had ik met een man zitten praten. Zijn zoon was in Zweden gaan wonen, hij vertelde dat hij er een keer geweest was maar dat hij drie weken eerder naar huis was gegaan en nooit meer terug wilde keren, zo koud vond hij het.
Een paar dagen later zat hij met nog wat andere lui aan een tafeltje. Hij wenkte me en de jongedame die bij hem was begon allemaal vragen te stellen over hoe ze het beste naar Nederland kon komen. Ze beschouwde mij als immigratie specialist. Maar ik heb eigenlijk heb ik geen idee hoe het werkt.
In dat soort gevallen roep ik dat ik maar een simpele bakker ben en niet op de hoogte ben van immigratie-zaken en ook zeker geen geld teveel heb.
Toen ik de lichten van de oven weer zag aanspringen wist ik dat ik weer aan de slag kon en ging ik met enige vertraging mijn brood maken.
Zoals ik in het vorige verhaaltje al schreef is er van de bloem die we hier hebben heel goed brood te maken. Maar vooral als ik het zelf doe.
Daar ligt natuurlijk mijn taak, want het is niet de bedoeling dat ik het zelf doe. We moeten het overdragen. De bakkers daar moeten het doen, tenslotte ga ik volgende week weg.
Het is een opgaaf, want je draait je om en ze doen het weer precies op de tegenovergestelde manier als die jij net voordeed. En waarom? Omdat ze je niet begrijpen? Omdat ze onzeker zijn en niet durven te zeggen dat ze je niet begrijpen? Omdat ze het niet willen of niet kunnen?
De afgelopen week bezig geweest met het aanpassen van het receptenboek. Alles nagelopen, netjes uitgeprint, kan niet meer fout gaan. Gaat het toch. Wat blijkt, men kent de recepten “uit het hoofd”. Het lijkt me sterk. De meesten hebben nog een rekenmachine nodig om 3 x 1000 uit te rekenen. Laat staan dat ze complete recepten uit het hoofd weten. Ik heb ze nu maar verplicht om het boek er in ieder geval naast te leggen als ze iets afwegen. Met de ijdele hoop dat ze er in kijken.
We vragen ons af of het goed gaat komen, als straks de Nederlandse bakkers weg zijn, maar we zullen het gaan zien. En anders lijkt het me best leuk om nog eens een paar maandjes terug te komen. Alles lekker rustig aan. Elke dag het heerlijkste fruit en ook nog eens alleen maar aardige mensen. Ik hoop in ieder geval dat ik ze wat bakkersbasics heb mee kunnen geven.
Om mijn verblijf hier in de Kampala te vereeuwigen heb ik met behulp van de specerijen waar ze hier kruidige thee van maken speculaasjes gefabriceerd. Vooralsnog een succes! Nu maar wachten op Sinterklaas.
Het was geen groot succes geweest. Het deeg wat ik gemaakt had wilde amper rijzen. Ik gaf de schuld aan de gist die over de houdbaarheids datum was. Als je normaal maar lang genoeg wacht, dan gaat het uiteindelijk wel rijzen.
De kok was echter vol bewondering voor mijn kunsten en ondanks dat we er geen fatsoenlijk brood van gebakken hadden, had ik haar wel wat bakkersbasics mee gegeven. Ik leerde haar hoe je moest kneden en hoe lang – tot je gaat zweten – en wat verder belangrijk was bij brood – geduld.
Zij leerde ons chapati maken. Een soort pannekoek maar dan anders dat ze hier op elke hoek van de straat maken.
Inclusief Kampala heb ik nu in negen bakkerijen gewerkt. Sommige mensen roepen, is dat nu wel zo goed voor je LinkedIn profiel?
Ik kan best zeggen dat ik inmiddels hier en daar wat gezien en meegemaakt heb. Maar natuurlijk is Afrika weer anders dan ik me ooit kon voorstellen.
Er staat hier een moderne bakkerij. Er is hier een bootje langs gevaren die de mooiste machines heeft afgeleverd waarmee je heel goed een kwaliteits product kunt maken. Zelfs een deel van de grondstoffen wordt ingescheept. Over hoe groen dit is voeren we een andere keer wel weer een discussie. Op de lange termijn wordt er natuurlijk gezocht voor een lokale leverancier. Maar vooralsnog zijn we al blij dat er water uit de kraan komt om het deeg van te maken.
Theo en Jack hebben ontzettend hun best gedaan de afgelopen maanden om de bakkerij aan het draaien te krijgen. Ik kom eigenlijk een beetje nadat het moeilijkste werk al gedaan is binnen. Toch is ook voor mij elke dag weer een uitdaging.
Een dag of een nacht in de bakkerij hangt aan elkaar van mooie, frustrerende en ongelooflijke momenten.
De accountant die al enkele weken bezig is met het in kaart brengen van onze verkoopcijfers had bedacht dat het magazijn op slot moest als de storemanager – zoals die heet, dat dan weer wel – niet aanwezig is. Er verdwijnt zo terloops toch een hoop waar.
Je moet je natuurlijk wel even in het perspectief van de mensen hier kunnen plaatsen. De meesten verdienen een paar duizend shilling per dag. Omgerekend enkele euro’s. De suikerprijs is de afgelopen maand enorm gestegen en voor veel mensen onbetaalbaar geworden. En ze zijn allemaal verslaafd aan suiker, nu liggen er bij ons in het magazijn balen van 50 kilo. Wie maalt erom?
De accountant dus. Die verantwoordelijk wordt gehouden. Nu, de storemanager is een aardige jongen die alles wat je meeneemt opschrijft. \Hij zit altijd op een paar dozen margarine naar een prediker op de radio te luisteren. Ik hoorde het geschreeuw eens aan en vroeg, wat is er mis met die man, is hij boos? Maar hij was aan het bidden. Okay.
Maar als Emanuel (ook wel Eddy omdat hij sprekend op Eddy Murphy lijkt) niet in z’n hok zit heeft hij genoeg andere dingen te doen. Hij rijdt op en neer tussen de twee locaties op z'n brommertje, gaat ’s ochtends naar de markt om ananassen en watermeloenen te kopen en god weet wat hij nog meer allemaal doet.
Ik moest die dag invallen want er was een zieke. Iemand had caught the red-eyes. Iets besmettelijks waar je kriebel van in je ogen krijgt. Geneeskunde studenten die we afgelopen weekend tijdens het raften op de Nijl tegenkwamen hadden er nog nooit van gehoord. Hiltsje dan weer wel. Hoe dan ook, hij moest drie dagen thuis blijven van de dokter.
Het brood was bijna op. En dat is niet zo erg, maar het duurt een paar uur voor zoiets is bijgemaakt en omdat men hier met de dag leeft, of eigenlijk met het uur, wordt het pas op het laatste moment doorgegeven. Theo en Jack zijn er al maanden mee bezig om het winkelpersoneel tijdig te laten signaleren als iets op dreigt te raken, maar het interesseert ze weinig. Ze verkopen net zo lief nee aan de klanten.
Ik wilde dus brood gaan maken. Allereerst was het magazijn op slot en de manager ervan pleite. Toen hij na een uur terug kwam zout had kon ik alles afwegen. Ik tapte water, drukte op de knop van de kneedmachine en toen ging het licht uit.
De stroom eraf. Mensen kijken er niet eens van op en gaan rustig door met wat ze aan het doen waren. Dat is meestal niet veel dus dat scheelt.
Vaak duurt het ook niet zo lang. Op de gang staat een enorme generator die 24 uur per dag bewaakt wordt door een gozer die ervoor ligt te slapen. Het is dus een kwestie van de generator aanzetten. Hoewel, zo'n kwestie kan hier gerust een half uurtje duren.
De lichten gingen weer aan, maar omdat de ovens en de kneders nogal grote verbruikers zijn willen ze die groep nog wel eens vergeten. Mooi de tijd om even een colaatje te gaan drinken.
Op het terras komen er dan soms mensen naar mij toe. Laatst kwam er een jongen die om een contributie voor zijn vervoer naar huis vroeg. Hij was een student en had geen geld. Studenten hebben een zwaar leven. Jaja, en ’s avonds staan ze in de Capital Pub te zuipen en Westerse meisjes te versieren.
De andere dag had ik met een man zitten praten. Zijn zoon was in Zweden gaan wonen, hij vertelde dat hij er een keer geweest was maar dat hij drie weken eerder naar huis was gegaan en nooit meer terug wilde keren, zo koud vond hij het.
Een paar dagen later zat hij met nog wat andere lui aan een tafeltje. Hij wenkte me en de jongedame die bij hem was begon allemaal vragen te stellen over hoe ze het beste naar Nederland kon komen. Ze beschouwde mij als immigratie specialist. Maar ik heb eigenlijk heb ik geen idee hoe het werkt.
In dat soort gevallen roep ik dat ik maar een simpele bakker ben en niet op de hoogte ben van immigratie-zaken en ook zeker geen geld teveel heb.
Toen ik de lichten van de oven weer zag aanspringen wist ik dat ik weer aan de slag kon en ging ik met enige vertraging mijn brood maken.
Zoals ik in het vorige verhaaltje al schreef is er van de bloem die we hier hebben heel goed brood te maken. Maar vooral als ik het zelf doe.
Daar ligt natuurlijk mijn taak, want het is niet de bedoeling dat ik het zelf doe. We moeten het overdragen. De bakkers daar moeten het doen, tenslotte ga ik volgende week weg.
Het is een opgaaf, want je draait je om en ze doen het weer precies op de tegenovergestelde manier als die jij net voordeed. En waarom? Omdat ze je niet begrijpen? Omdat ze onzeker zijn en niet durven te zeggen dat ze je niet begrijpen? Omdat ze het niet willen of niet kunnen?
De afgelopen week bezig geweest met het aanpassen van het receptenboek. Alles nagelopen, netjes uitgeprint, kan niet meer fout gaan. Gaat het toch. Wat blijkt, men kent de recepten “uit het hoofd”. Het lijkt me sterk. De meesten hebben nog een rekenmachine nodig om 3 x 1000 uit te rekenen. Laat staan dat ze complete recepten uit het hoofd weten. Ik heb ze nu maar verplicht om het boek er in ieder geval naast te leggen als ze iets afwegen. Met de ijdele hoop dat ze er in kijken.
We vragen ons af of het goed gaat komen, als straks de Nederlandse bakkers weg zijn, maar we zullen het gaan zien. En anders lijkt het me best leuk om nog eens een paar maandjes terug te komen. Alles lekker rustig aan. Elke dag het heerlijkste fruit en ook nog eens alleen maar aardige mensen. Ik hoop in ieder geval dat ik ze wat bakkersbasics heb mee kunnen geven.
Om mijn verblijf hier in de Kampala te vereeuwigen heb ik met behulp van de specerijen waar ze hier kruidige thee van maken speculaasjes gefabriceerd. Vooralsnog een succes! Nu maar wachten op Sinterklaas.