Vandaag ontving ik mijn achtste payslip, dat betekent dat ik hier alweer acht weken aan het werk ben, want hier wordt men per week betaald, ik weet nog niet zo goed wat ik daar van vind, maar het lijkt ons uitgaven patroon wel enigszins te beïnvloeden. Dat ik al acht keer betaald heb gekregen, betekent ook dat ik door mijn proeftijd ben gekomen en dat ik dus mag blijven. Acht weken betekent ook dat er al drie maanden van ons avontuur hier in Australië voorbij zijn, en dat de tijd voorbij gevlogen is sinds we in Sydney aangekomen zijn. Dit is wat ons betreft een goed teken, we vermaken ons goed en het leven dat we hier leven valt goed aan te wennen. Het is lente, de dagen beginnen te lengen, het regent vaker dan men ons van te voren belooft had, maar dat zorgt er wel voor dat de term city-jungle vrij letterlijk genomen kan worden. De regen weerhoudt ons er tegelijkertijd van om te gaan surfen, want meestal lijkt de regen te komen als wij een weekend vrij zijn. Op andere dagen kan het ook zomaar 30 graden zijn en kunnen we net als de rest van de Sydney-siders in onze korte broek lopen.
Bourke Street Bakery, de bakkerij waar ik werk, is een goede werkgever om voor te werken. Het is hier in de stad een begrip (you’re a baker at BSB? Wow thats amaaazing!), buiten de 6 shops, bestaat het imperium ook uit twee restaurants en een non-profit bakkerij waar men asielzoekers tot bakkers opleidt om ze een kans te geven in de samenleving, genaamd the Bread & Butter Project. Een mooi initiatief dat goed lijkt aan te slaan.
Er zijn twee productiebakkerijen, die grofweg zijn opgedeeld in een brood gedeelte en in een gedeelte waar al het andere gemaakt wordt, denk hierbij aan taartjes tot vlees-pies en sausage rolls. Ik ben uiteraard voornamelijk werkzaam in de broodbakkerij, waar ik meestal the man on the bowl ben. De deegmaker dus. Op zaterdagen help ik in de ochtend op de andere locatie in de keuken met het maken van de pie vullingen (nouja, ik mag kaas raspen, boontjes doppen en basilicum blaadjes ritsen) om vervolgens in de middag de bakkerijvloer voor mezelf te hebben om de breadclass te geven. Daarin leer ik huismannen/vrouwen/…. hoe brood te bakken. Erg leuk om te doen en goed voor het oefenen van m’n Australische accent en slang; ‘well done, mate’. De breadclasses zijn zo populair, dat ik vanaf begin december twee klassen per week ga doen!
De bakkers van de BSB komen zoals tijdens eerdere buitenland ervaringen weer overal vandaan en zijn de Ozzies zelf haast in de minderheid, ik werk samen met Chinezen, Zuid-Koreanen, Engelsen, Italianen, Nieuw Zeelanders, Japanners, Vietnamezen en vooral een hoop Nepalezen, allen getrokken door goede lonen en werk- en leefomstandigheden alhier. Het lijkt wel de Verenigde Naties, mijn lijst met nationaliteiten waar ik in mijn bakkende leven mee heb samengewerkt is inmiddels gegroeid tot een 27 stuks.
In de keuken werk ik met Bishnu, een homofiele Nepalees die nogal onder de indruk van mij was toen ik daar voor het eerst kwam. Wow, he’s got such big hands! Ik heb hem maar direct verteld dat ik hier met mijn girlfriend was, om dingen duidelijk te maken. Dit weerhoudt hem er echter niet van om de hele dag door vunzige opmerkingen te maken in de trant van; “this piece of cheese is a bit hard.” “Oh I like it hard!” Er is een Australische die elke dag binnenkomt en me vraagt of ze er ‘hangover’ uitziet. Ook is er een oude pommy (scheldwoord voor Engelsman) die ik door zijn accent nauwelijks kan verstaan maar de hele dag roept dat hij nothing to proof heeft, hij bedient de proofer(rijskast). Als ik een shift heb met de Nepalezen gaat de Ipod aan en zingen we vrolijk mee met Katie Perry en nog meer van dat soort pulp. Het is dus weer een mooi zooitje en dus fiets ik dagelijks over de Harbour Bridge vrolijk naar het werk.
De producten die in de bakkerij gemaakt worden zijn echt. Ze worden bereidt met echte Belgische chocolade, echte Hollandse Edammer kaas, echte Griekse olijven, en er gaat echte Deense toerboter door de croissants. Ook nog Australische ingrediënten? Je zou verwachten dat ze in een land als dit alles kunnen laten groeien en nog van topkwaliteit ook. Alle klimaten zijn immers vertegenwoordigd. Maar toch valt het tegen. Lekkere aardbeien? Onvindbaar. Australische passievruchten? Mwah. Kaas? Koop maar liever Europese. Er gaat zelfs een verhaal van een Friese boer die in Australië kaas wilde gaan maken. Eerst probeerde hij het met melk van Australische koeien, toen dat niet het gewenste resultaat opleverde, importeerde hij een stel Friese koeien. Uiteindelijk haalde hij zelfs zoden gras uit het noorden maar zelfs dat gaf niet de kaas die hem zijn heimwee deed vergeten. Misschien moeten ze het hier maar op vis houden, dat zwemt hier nog genoeg.
Ook veel zoets uiteraard, in de bakkerij. Een van de topsellers zijn zogenaamde ginger-brullee taartjes, met een vulling van gember creme, afgebrand met suiker. Ze zijn zo geniaal als ze klinken.
Over het brood kan ik melden dat het goed is, dat ik beter brood gebakken heb, maar dat het de mensen hier toch niks uitmaakt, hoe vers het brood ook moge zijn, het gaat sowieso in de toaster. Dus het maken van een verfijnd brood lijkt haast verspilling van je tijd.
Bourke Street Bakery, de bakkerij waar ik werk, is een goede werkgever om voor te werken. Het is hier in de stad een begrip (you’re a baker at BSB? Wow thats amaaazing!), buiten de 6 shops, bestaat het imperium ook uit twee restaurants en een non-profit bakkerij waar men asielzoekers tot bakkers opleidt om ze een kans te geven in de samenleving, genaamd the Bread & Butter Project. Een mooi initiatief dat goed lijkt aan te slaan.
Er zijn twee productiebakkerijen, die grofweg zijn opgedeeld in een brood gedeelte en in een gedeelte waar al het andere gemaakt wordt, denk hierbij aan taartjes tot vlees-pies en sausage rolls. Ik ben uiteraard voornamelijk werkzaam in de broodbakkerij, waar ik meestal the man on the bowl ben. De deegmaker dus. Op zaterdagen help ik in de ochtend op de andere locatie in de keuken met het maken van de pie vullingen (nouja, ik mag kaas raspen, boontjes doppen en basilicum blaadjes ritsen) om vervolgens in de middag de bakkerijvloer voor mezelf te hebben om de breadclass te geven. Daarin leer ik huismannen/vrouwen/…. hoe brood te bakken. Erg leuk om te doen en goed voor het oefenen van m’n Australische accent en slang; ‘well done, mate’. De breadclasses zijn zo populair, dat ik vanaf begin december twee klassen per week ga doen!
De bakkers van de BSB komen zoals tijdens eerdere buitenland ervaringen weer overal vandaan en zijn de Ozzies zelf haast in de minderheid, ik werk samen met Chinezen, Zuid-Koreanen, Engelsen, Italianen, Nieuw Zeelanders, Japanners, Vietnamezen en vooral een hoop Nepalezen, allen getrokken door goede lonen en werk- en leefomstandigheden alhier. Het lijkt wel de Verenigde Naties, mijn lijst met nationaliteiten waar ik in mijn bakkende leven mee heb samengewerkt is inmiddels gegroeid tot een 27 stuks.
In de keuken werk ik met Bishnu, een homofiele Nepalees die nogal onder de indruk van mij was toen ik daar voor het eerst kwam. Wow, he’s got such big hands! Ik heb hem maar direct verteld dat ik hier met mijn girlfriend was, om dingen duidelijk te maken. Dit weerhoudt hem er echter niet van om de hele dag door vunzige opmerkingen te maken in de trant van; “this piece of cheese is a bit hard.” “Oh I like it hard!” Er is een Australische die elke dag binnenkomt en me vraagt of ze er ‘hangover’ uitziet. Ook is er een oude pommy (scheldwoord voor Engelsman) die ik door zijn accent nauwelijks kan verstaan maar de hele dag roept dat hij nothing to proof heeft, hij bedient de proofer(rijskast). Als ik een shift heb met de Nepalezen gaat de Ipod aan en zingen we vrolijk mee met Katie Perry en nog meer van dat soort pulp. Het is dus weer een mooi zooitje en dus fiets ik dagelijks over de Harbour Bridge vrolijk naar het werk.
De producten die in de bakkerij gemaakt worden zijn echt. Ze worden bereidt met echte Belgische chocolade, echte Hollandse Edammer kaas, echte Griekse olijven, en er gaat echte Deense toerboter door de croissants. Ook nog Australische ingrediënten? Je zou verwachten dat ze in een land als dit alles kunnen laten groeien en nog van topkwaliteit ook. Alle klimaten zijn immers vertegenwoordigd. Maar toch valt het tegen. Lekkere aardbeien? Onvindbaar. Australische passievruchten? Mwah. Kaas? Koop maar liever Europese. Er gaat zelfs een verhaal van een Friese boer die in Australië kaas wilde gaan maken. Eerst probeerde hij het met melk van Australische koeien, toen dat niet het gewenste resultaat opleverde, importeerde hij een stel Friese koeien. Uiteindelijk haalde hij zelfs zoden gras uit het noorden maar zelfs dat gaf niet de kaas die hem zijn heimwee deed vergeten. Misschien moeten ze het hier maar op vis houden, dat zwemt hier nog genoeg.
Ook veel zoets uiteraard, in de bakkerij. Een van de topsellers zijn zogenaamde ginger-brullee taartjes, met een vulling van gember creme, afgebrand met suiker. Ze zijn zo geniaal als ze klinken.
Over het brood kan ik melden dat het goed is, dat ik beter brood gebakken heb, maar dat het de mensen hier toch niks uitmaakt, hoe vers het brood ook moge zijn, het gaat sowieso in de toaster. Dus het maken van een verfijnd brood lijkt haast verspilling van je tijd.